HR en arbeidsvoorwaarden
Deeltijdwerk

Deeltijd werken en de rechten van werknemers

De Wet flexibel werken (Wfw) regelt onder meer het recht van werknemers om minder of meer uren (maar niet meer dan voltijd) te gaan werken. De OR moet erop toezien dat de werkgever op een juiste wijze deze wet toepast (artikel 28 WOR). De Wfw geldt voor bedrijven en organisaties met 10 of meer werknemers.

Beleid over deeltijd?

Deeltijdwerk is een oplossing voor medewerkers die hun betaalde baan combineren met zorgtaken, vrijwilligerswerk of studie. De Wet flexibel werken biedt de mogelijkheid om hierover individueel met de werkgever in gesprek te gaan. Dat geldt ook voor een medewerker met een klein contract die juist graag meer uren zou willen werken. De OR kan het onderwerp breder trekken en de directie het voorstel doen om het deeltijdbeleid eens kritisch te gaan bekijken. Om bijvoorbeeld te bespreken wat in het bedrijf “zwaarwegende bedrijfsbelangen” zijn waarover de Wfw spreekt (zie volgende alinea) die deeltijdwerk (of uitbreiding van uren) in de weg staan. Om het overleg voor te bereiden is het nuttig de achterban te betrekken en te inventariseren wat medewerkers belangrijk vinden. Is er behoefte aan meer mogelijkheden om minder of meer uren te werken? En is iedereen op de hoogte van de Wet flexibel werken?

Zwaarwegend bedrijfsbelang

De Wet flexibel werken regelt voor bedrijven en organisaties met ten minste 10 werknemers het recht van werknemers om minder of meer uren te gaan werken. Alleen bij “zwaarwegende bedrijfsbelangen” kan de werkgever een verzoek daartoe weigeren. Een ernstig rooster-technisch probleem is een voorbeeld van een zwaarwegend bedrijfsbelang. Of bij een verzoek tot uitbreiding van uren, als er onvoldoende werk voorhanden is of financieel niet uit kan. Uiteraard moet een werkgever dat wel kunnen aantonen. Een aanvraag van een enkele medewerker om minder of meer uren te willen werken zal doorgaans niet tot een groot organisatorisch of financieel probleem leiden.

Geen onderscheid deeltijd en voltijd

Sinds november 1996 is er een wettelijke verbod op onderscheid in arbeidsvoorwaarden tussen deeltijd- en voltijdwerkers. Dit is opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en de Ambtenarenwet. Aan het College voor de rechten van de mens kan een medewerker die in deeltijd werkt en van mening is ongelijk te worden behandeld met een ‘voltijder’, een oordeel over zijn situatie vragen.

Instemmingsrecht OR

Een regeling op het gebied van deeltijdwerk valt onder het brede begrip “werktijdenregeling”. Artikel 27 lid 1b WOR regelt het instemmingsrecht van de OR wanneer de directie een werktijdregeling wil invoeren, wijzigen of intrekken. Bijvoorbeeld als de werkgever een besluit wil nemen over een procedure tot aanvraag van minder of meer uren werken. Of als de werkgever een besluit wil nemen dat voorwaarden stelt aan het werken in deeltijd voor bepaalde functies, dan kan het gaan om een wijziging in het aanstellingsbeleid of bevorderingsbeleid (27 1 e WOR). Als de CAO iets regelt over het werken in deeltijd dan moet de werkgever dat uiteraard naleven. De ondernemingsraad heeft dan alleen het instemmingsrecht over de voorstellen van de werkgever waarover de CAO niets bindend voorschrijft (zie artikel 27 lid 3 WOR).

HR en arbeidsvoorwaarden

Een breed terrein waar de OR veel invloed op kan uitoefenen is ‘HR en arbeidsvoorwaarden’. Via onze trainingen en advies op maat kunnen wij jullie ondersteunen in het opzetten en het beoordelen van het beleid en de diverse regelingen. Leer de belangrijkste aspecten kennen en geef richting aan de rol van de OR.

Bekijk hier de trainingen voor HR en arbeidsvoorwaarden!

Invloed op werktijden

Veranderende arbeidstijden; de OR heeft veel invloed. Lange werkdagen, bereikbaarheidsdiensten, rusttijden, overwerk en onregelmatige werktijden. Daarnaast zorgen nieuwe ontwikkelingen, zoals hybride werken, dat de grens tussen werk en privé vervaagt. Na de training ‘Invloed op werktijden’ kan jij, met de OR, gezonde werktijden stimuleren?

De training invloed op werktijden:

Deel dit bericht