Invloed op het arbobeleid
Als binnen je organisatie sprake is van bijvoorbeeld een stijging van het aantal bijna-ongevallen, dan ligt een onderzoek waardoor deze stijging plaatsvindt voor de hand. Daarnaast kunnen nieuwe risico’s binnen jouw organisatie zijn ontstaan, die momenteel nog niet in beeld zijn. Een nieuwe risico inventarisatie & evaluatie (RI&E) of het vernieuwen van de huidige RI&E ligt dan voor de hand. Daarbij mag een bestuurder de OR niet passeren. De OR heeft instemmingsrecht op alle regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden en dus ook op de nieuwe of vernieuwde RI&E.
Werkgeververplichtingen
Goede arbeidsomstandigheden zijn een voorwaarde om veilig en gezond te kunnen werken. De Arbowet schrijft daarom voor dat elke werkgever een zo goed mogelijk arbobeleid moet voeren. Dit houdt in dat een werkgever verplicht is om arborisco’s in beeld te hebben. En de werkgever is verplicht om maatregelen vast te stellen (bij voorkeur opgelost bij de bron) en deze op te nemen in een plan van aanpak. Daarnaast heeft een werkgever andere verplichtingen zoals o.a. het vaststellen van een deskundige medewerker (preventiemedewerker), een PAGO en voorlichting en onderricht over de arborisico’s.
Van belang is dat een werkgever maatregelen neemt zodat een medewerker veilig, gezond en prettig kan werken. Regelingen op het gebied van veiligheid, gezondheid en psychosociale arbeidsbelasting (PSA) hebben dan ook een grote impact op werknemers. Vandaar dat de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) de ondernemingsraad via het instemmingsrecht laat meebeslissen over alle regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden en hiermee op het arbobeleid binnen een organisatie.
Groepen
Als je werkgever een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of re-integratie wil invoeren, wijzigen of intrekken, moet hij de OR om instemming vragen volgens artikel 27 lid 1d WOR. Een bestuurder mag het voorgenomen besluit niet uitvoeren zonder toestemming van de OR. Doet hij dit toch, dan kan de OR dit besluit schriftelijk nietig verklaren. Het instemmingsrecht geldt voor alle regelingen, maatregelen of voorzieningen die herhaald worden toepast en die betrekking hebben op alle in de organisatie werkzame personen of op één of meer groepen daarvan. Het aanpassen van een werkplek van een individuele werknemer valt hier dus niet onder. Hetzelfde geldt voor een regeling die eenmalig wordt uitgevoerd.
Pilots
Een regeling hoeft niet perse op schrift, die mag bijvoorbeeld ook mondeling in een overlegvergadering worden besproken. Ik adviseer om een regeling bij voorkeur wél op schrift te laten zetten. Zo is het voor iedereen terug te lezen en voor iedereen duidelijk. De OR heeft niet alleen instemmingsrecht op nieuwe regelingen. Als bijvoorbeeld een contract met de arbodienst verloopt, moet opnieuw instemming aan de OR worden gevraagd over het voortzetten of beëindigen van deze regeling.
Wil je bestuurder een pilot uitvoeren om te testen of een voorgenomen besluit goed uitpakt, dan heeft de OR geen instemmingsrecht. Let op: als een pilot duurzame gevolgen voor de werknemers heeft en de wijzigingen moeilijk onomkeerbaar zijn, dan geldt het instemmingsrecht wél! Blijf dus altijd nauw betrokken bij pilots, zodat je kunt controleren hoe groot de gevolgen zijn voor de achterban en je eventueel toch gebruik kunt maken van het instemmingsrecht.
SBI Formaat biedt trainingen aan voor beginnende en gevorderden ondernemingsraden en VGWM-commissies. Zie hier ons aanbod voor zowel de medezeggenschap als preventiemedewerkers.
Initiatieven
De OR behartigt o.a. de belangen van de achterban. Het is dan ook goed om signalen van de achterban te bespreken met je bestuurder zodat er iets mee gedaan wordt. Het gaat dan vaak over signalen van een groep medewerkers. De OR kan op deze manier proactief aan de slag gaan door zelf, al dan niet schriftelijk, met een initiatief te komen. Indien je er voor kiest om het initiatief op papier te zetten, dan moet je bestuurder ook schriftelijk reageren op je voorstel. Op deze manier kan de OR het arbobeleid sturen. Indien je bestuurder het initiatief overneemt en een regeling wil invoeren/wijzigen of beëindigen, dan geldt het instemmingsrecht weer voor deze regeling.
Keuzes maken
De OR heeft instemmingsrecht op alle arboregelingen en dat zijn er nogal wat. Jullie kunnen besluiten om prioritenten te stellen of te werken met arbospeerpunten. De OR kiest er dan bewust voor om minder of zelfs niet betrokken te zijn bij andere arbo-onderwerpen en andere onderwerpen meer aandacht te geven.
Draagvlak
Voorgenomen besluiten gaan door onwetendheid niet altijd langs de OR en dat is jammer. Uit ervaring blijkt dat als een OR achter een besluit staat, er meer draagvlak is binnen een organisatie. Een ondernemingsraad bestaat tenslotte uit afgevaardigden van werknemers. Een bestuurder moet de OR – zelfs als er arbospeerpunten zijn opgesteld – altijd een instemmingsverzoek sturen voor regelingen over arbeidsomstandigheden. De OR mag hierop ingaan. Maar zij kunnen de bestuurder ook laten weten dat op dat punt geen gebruik wordt gemaakt van het instemmingsrecht. Zo kan de OR zich richten op de arbospeerpunten.
Kennis
Voor een OR of VGWM-commissie is het goed om te weten wat de OR van een bestuurder mag verwachten op het gebied van arbo. Immers door te weten wat je mag verwachten, kunt je er ook naar vragen. Kennis is macht. Daarom heeft een OR of VGWM-commissie het recht op scholing. Maak gebruik van dit recht zodat je een gelijkwaardige gesprekspartner bent of wordt op het gebied van arbo.
“Instemmingsplichtige besluiten”
Jouw ondernemingsraad heeft volgens artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden instemmingsrecht op de volgende zaken die raken aan arbeidsomstandigheden:
- arbeids- en rusttijdenregeling of vakantieregeling (lid 1b);
- regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of re-integratiebeleid (lid 1d);
- regeling op het gebied van bedrijfsmaatschappelijk werk (lid 1h);
- regeling op het gebied van werkoverleg (lid 1i);
- regeling op het gebied van behandeling van klachten (lid 1j);
- regeling van voorzieningen die gericht zijn op of geschikt zijn voor waarneming of controle op aanwezigheid, gedrag of prestaties van werknemers (lid 1l)
Geschreven door Wendy Roescher, trainer/adviseur expertiseteam Arbeid & Gezondheid SBI Formaat.

