Beloning en functiewaardering
Uitspraak: Bonusregeling (1)

Uitspraak: Bonusregeling (1)

Zijn de individuele afspraken met een aantal werknemers over het toekennen van een bonus bij het behalen van onderling verschillende targets te beschouwen als een beloningsregeling?(niet gepubl. 28-09-1999)

Uitspraak Kantonrechter Den Haag: Nee, het is geen regeling, omdat de bonus afhankelijk is van onderling verschillende targets en de afspraken gelden niet voor een langere periode. Er is ook geen sprake van een duidelijk afgebakende groep werknemers.

Situatie:

De Ondernemingsraad kwam er toevallig achter dat de ondernemer een bonusregeling toepaste op leden van het managementteam. Hij stelde dat hem bij de invoering van die bonusregeling op grond van art. 27 lid 1 onder c WOR het instemmingsrecht toekwam. Nu geen instemming was gevraagd riep de Ondernemingsraad de nietigheid van de bonusregeling in. De Ondernemingsraad richtte zich in eerste instantie tot de Bedrijfscommissie. Daarna verzocht de Ondernemingsraad de kantonrechter te verklaren dat hij terecht de nietigheid van de bonusregeling heeft ingeroepen.

Bedrijfscommissie:

Het was niet mogelijk om duidelijkheid te krijgen of er sprake is van een groep. "De vraag blijft of er een gemeenschappelijke noemer is of dat individuen onder de bonusregeling vallen." De Bedrijfscommissie vond het ook moeilijk om duidelijkheid te verkrijgen over de vraag of het een regeling betrof of niet. "Als het toepassen van de afspraken stelselmatig gebeurt, zodanig dat er van een evenwichtige, samenhangende systematische aanpak kan worden gesproken, zou er toch een regeling kunnen zijn." De Bedrijfscommissie gaf de Ondernemingsraad en de bestuurder in overweging om na te gaan of er mogelijkheden zijn het inzicht in het systeem te vergroten door met elkaar er naar te kijken.

Kantonrechter:

Pas in het kader van deze procedure zijn partijen met elkaar in contact getreden en heeft de ondernemer duidelijkheid verschaft omtrent de met diverse werknemers gemaakte afspraken. Daarbij kwam naar voren dat met een aantal leden van het managementteam individueel verschillende bonusafspraken zijn gemaakt, terwijl ook aan werknemers buiten het managementteam een bonus in het vooruitzicht is gesteld. De bonus is afhankelijk gesteld van een onderling verschillend target. Deze individuele afspraken kunnen niet worden beschouwd als een instemmingsplichtige regeling. Er is immers geen sprake van dat een bonus aan iedereen kan worden verleend (anders dan in de CAO is vastgelegd) terwijl evenmin is gebleken dat er voor de betrokken werknemers gedurende een zo lange periode bonusafspraken zijn gemaakt dat deze voor een langere periode zouden gaan gelden. Bovendien zijn de bonusafspraken niet uitsluitend gemaakt met een aantal leden (en dus niet alle) van het managementteam, maar ook met personeelsleden buiten het managementteam. In zoverre is er dus evenmin sprake van een afgebakende c.q. duidelijk af te bakenen groep werknemers voor wie de "regeling" zou gaan gelden. Bovendien is niet gebleken van een evenwichtige, systematische aanpak bij het verlenen van bonussen aan de diverse werknemers, zodat in dat opzicht evenmin van een instemmingsplichtige regeling kan worden gesproken. Wijs te verzoek af.

DATUM UITSPRAAK: 28 september 1999
RECHTERLIJK COLLEGE: Kantonrechter den Haag
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad Sarah Lee/De Household & Body Care Research BV / Sarah Lee/De Household & Body Care Research BV
VINDPLAATS: (nog) niet gepubliceerd.

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht