Werkoverleg
Uitspraak: Instemmingsrecht werkoverleg

Uitspraak: Instemmingsrecht werkoverleg

1. Valt de training voor de chauffeurs onder het instemmingsrecht van de OR? 2. Is een besluit om werkoverleg via klankbordgroepen te laten verlopen een instemmingsplichtig besluit? (Vindplaats onbekend)

Uitspraak Kantonrechter: 1. Ja, de regeling personeelsopleiding was van algemene aard en niet incidenteel, tevens was de CAO hierop niet van toepassing. 2. Ja, het overleg in de klankbordgroepen dient gezien te worden als een werkoverlegregeling. 

Situatie:

Novio, die het busvervoer verzorgt in en rond Nijmegen, heeft besloten haar chauffeurs een training/opleiding aan te bieden die uitzicht biedt op een certificaat van vakbekwaamheid Chauffeur Openbaar Vervoer conform de Europese norm. De opleiding bestaat uit een aantal in werktijd en op kosten van Novio te volgen modules. Alle chauffeurs die op 1 juli 2007 nog in dienst zijn van Novio dienen aan de opleiding deel te nemen. De overige chauffeurs kunnen op vrijwillige basis deelnemen. In de overlegvergadering van 18 november 2003 is het besluit van Novio besproken en is medegedeeld dat de nodige uren zelfstudie, geschat op 8, niet zullen worden vergoed. Verder deelt Novio mee dat het besluit volgens haar niet instemmingsplichtig is en dus niet ter instemming zal worden voorgelegd. 

In hetzelfde werkoverleg is aan de orde geweest dat het werkoverleg binnen Novio kennelijk via zogenaamde klankbordgroepen verloopt/verliep en dat de OR van mening is dat de beslissing van Novio om werkoverleg via deze groepen te laten verlopen instemmingsplichtig is en de OR geen instemming heeft verleend. Op 19 november 2003 roept de OR de nietigheid van deze besluiten in. Novio deelt in haar nieuwsbrief van 4 december 2003 mee dat zij heeft besloten voor de uren zelfstudie een halve dag compensatie te bieden. De OR heeft de bedrijfscommissie verzocht te bemiddelen. De bedrijfscommissie oordeelt dat zowel ten aanzien van de training als ten aanzien van het instellen van klankbordgroepen sprake is van een instemmingsplichtig besluit. 

Novio heeft inmiddels besloten haar chauffeurs de opleiding niet meer aan te bieden en de regeling in te trekken. De helft van de bestuurders heeft reeds de opleiding gevolgd. Op 17 maart 2004 heeft Novio het voorgenomen besluit tot vaststelling van ‘de regeling werkoverleg chauffeurs Novio’ ter instemming voorgelegd aan de OR. In deze regeling wordt niet gesproken over klankbordgroepen. De OR verzoekt de kantonrechter voor recht te verklaren dat de door Novio genomen besluiten met betrekking tot de personeelsopleiding en het werkoverleg instemmingsplichtig zijn en vanwege het ontbreken van die instemming nietig zijn. Het intrekken van de regeling in verband met de procedure doet hier niets aan af.

Kantonrechter: 

De OR heeft, gelet op de aard en formulering van de door haar ingediende verzoeken, ondanks de intrekking van de regeling door Novio wel degelijk nog belang bij haar verzoeken. Het beroep op niet ontvankelijkheid van Novio wordt daarom verworpen.

Personeelsopleiding: De regeling met betrekking tot de opleiding geldt/gold voor alle chauffeurs in dienst van Novio en heeft/had een algemene strekking. Uit niets blijkt dat de regeling incidenteel is. De opleiding werd verplicht gesteld voor alle chauffeurs die op 1 juli 2007 nog in dienst van Novio zouden zijn. Op een dergelijke regeling had de Regeling Studiefaciliteiten als bedoeld in artikel 5.19 van de CAO Novio N.V. overduidelijk geen betrekking. Het beroep van Novio op artikel 27 lid 3 WOR gaat dan ook niet op. De conclusie moet luiden dat Novio ten onrechte geen instemming heeft gevraagd en dat de OR zich terecht op de nietigheid van dat besluit heeft beroepen.

Werkoverleg: Uit een verslag van de vergadering van 18 november 2003 blijkt dat hetgeen in die klankbordgroepen plaatsvindt niet anders kan worden beschouwd dan als werkoverleg. Dit is het enige en het vroegst gedateerde stuk waaruit blijkt dat gesproken wordt over de klankbordgroepen als regeling van werkoverleg. Bij gebreke van andere gegevens wordt daarom aangenomen dat de termijn bedoeld in artikel 27 WOR is ingegaan op 18 november 2003. De OR heeft tijdig de nietigheid ingeroepen. In de klankbordgroepen gaat het om met regelmaat plaatsvindend overleg tussen werknemers van Novio en hun leidinggevende over onder meer uitvoering van het te verrichten werk. Alle werknemers kunnen, indien gewenst, deelnemen. Uit de mededeling van Novio tijdens de overlegvergadering van 25 maart 2004 dat de klankbordgroepen blijven bestaan, blijkt dat er, anders dan door Novio gesteld, geen sprake is van een incidenteel en niet blijvende vorm van werkoverleg. Het besluit van Novio om een regeling in het leven te roepen waarbij het werkoverleg in klankbordgroepen plaatsvindt, is een besluit als bedoeld in artikel 27 lid 1 onder i WOR en is instemmingsplichtig. Nu Novio geen instemming aan de OR heeft gevraagd is het besluit nietig. Het beroep van Novio op het ontbreken van een grond voor het verzoek van de OR nu er een voorgenomen regeling van werkoverleg ter instemming bij de OR ligt, gaat niet op. Het gaat er om dat het gehele systeem van werkoverleg binnen de onderneming met de OR wordt besproken en aan de OR ter instemming wordt voorgelegd. Met het voorleggen van een voorgenomen besluit tot vaststelling van de Regeling Werkoverleg, waar de klankbordgroep niet in opgenomen heeft, is de grond van het verzoek van de OR niet komen te vervallen.

De kantonrechter wijst de verzoeken van de OR toe.

DATUM UITSPRAAK: 19 mei 2004
RECHTERLIJK COLLEGE: Kantonrechter Nijmegen
NAAM PARTIJEN: OR Novio NV / Novio NV
VINDPLAATS: Onbekend

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht