Reorganisatie
Uitspraak: Motivatie besluit (2)

Uitspraak: Motivatie besluit (2)

Heeft de ondernemer in redelijkheid een reorganisatiebesluit kunnen nemen terwijl zowel de adviesaanvraag als het besluit gebrekkig is gemotiveerd? (JAR 1995/109)

Uitspraak Ondernemingskamer: Nee, het besluit moet worden ingetrokken met het advies van de Ondernemingskamer de adviesaanvraag aan te vullen zodat de OR op korte termijn nader kan adviseren. 

Situatie:

In de loop van 1994 ontving de ondernemingsraad van Huize Godelinde, een bejaardenhuis, een adviesaanvraag voor het 'saneringsplan Huize Godelinde'. Volgens het plan diende het aantal verzorgingsplaatsen te worden teruggebracht van 147 naar 114 in verband met de door de Provincie opgelegde bezuinigingen. De ondernemingsraad bracht een negatief advies uit, omdat hij van mening was dat een gedegen analyse ontbrak en omdat zonder deugdelijke grondslag personen voor ontslag werden voorgedragen. Daarop deelde de ondernemer in september 1994 mee dat in een nieuwe adviesaanvraag het fundament van de sanering zou worden vermeld. In november werd opnieuw advies aan de ondernemingsraad gevraagd, naar aanleiding waarvan de ondernemingsraad een aantal vragen aan de ondernemer stelde. Op 31 januari 1995 adviseerde de ondernemingsraad opnieuw negatief. De ondernemingsraad miste een aan de sanering ten grondslag liggende visie op het beleid van de in de toekomst te bieden zorg, hoewel de ondernemer dit wel had toegezegd. Ook had de ondernemer volgens de ondernemingsraad niet aangegeven hoe het voorgenomen besluit zich verhield tot een mogelijke toekomstige fusie. De ondernemer besloot overeenkomstig zijn voornemen. Daarop ging de ondernemingsraad in beroep.

Ondernemingskamer:

Het bezwaar van de ondernemingsraad dat niet is geanticipeerd op een fusie wordt verworpen. Het is niet zeker dat die fusie doorgaat en bovendien kan ook de fusiepartner nog een inbreng hebben. De mening van de ondernemingsraad dat het besluit onvoldoende is gemotiveerd, wordt onderschreven. Er is ten onrechte niet ingegaan op de in het advies aangevoerde bezwaren, ook al was het standpunt van de ondernemer ten aanzien daarvan grotendeels aan de ondernemingsraad bekend. Door de mededeling in september 1994 is bij de ondernemingsraad terecht de verwachting gewekt dat in de nieuwe adviesaanvraag een beleidsvisie uiteen zou worden gezet. De in de adviesaanvraag van november uiteengezette toekomstvisie voldoet op dat punt niet. Gezien deze twee motiveringsgebreken is aan de medezeggenschapsbelangen van de ondernemingsraad tekort gedaan. Daarom heeft de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn besluit kunnen komen. De ondernemer dient het besluit in te trekken. De Ondernemingskamer adviseert de ondernemer en de ondernemingsraad niet opnieuw het hele adviestraject te doorlopen, omdat aan de door de Provincie opgelegde bezuinigingen niet valt te ontkomen en het voor de continuïteit van de onderneming, waarbij ook de ondernemingsraad belang heeft, noodzakelijk is dat de bezuiniging niet te lang op zich laat wachten. De ondernemer kan de adviesaanvraag aanvullen in die zin dat de beleidsvisie van het stichtingsbestuur wordt uiteengezet en ook welke de implicaties daarvan zijn voor het niveau van de voorziening en de kwaliteit van de zorg en daarmee verbonden die voor de werknemers. De ondernemingsraad kan dan daarop op korte termijn een nader advies uitbrengen.

DATUM UITSPRAAK: 20 april 1995
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad Stichting Huize Godelinde / Stichting Huize Godelinde
VINDPLAATS: JAR 1995/109

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht