Adviesrecht
Uitspraak: Uitvoering sanering zonder OR-advies

Uitspraak: Uitvoering sanering zonder OR-advies

Is het uitvoering geven aan een saneringsmaatregel een kennelijk onredelijk besluit, nu de bestuurder het advies van de OR niet heeft afgewacht?(Nnb)

Uitspraak Ondernemingskamer: Ja, nu de saneringsmaatregel uitdrukkelijk buiten eerdere besluitvorming werd gelaten, maakt het onderdeel uit van een latere adviesaanvraag, en is het zonder het afwachten van het advies van de OR kennelijk onredelijk.

Situatie:

De OR is op basis van een convenant tussen de OR, WOT en Top Craft ingesteld bij WOT zowel als bij Top Craft. Met betrekking tot het besluit in deze zaak en het daarmee samenhangend overleg en adviesrecht zijn partijen mondeling overeengekomen, als bedoeld in artikel 32 lid 2 WOR, dat Priwotco mede als ondernemer heeft te gelden, dat het besluit mede door haar is genomen en dat de OR de uit de WOR voortvloeiende rechten mede jegens Priwotco geldend kan maken. De financiële situatie van de door Top Craft in stand gehouden onderneming is al enkele jaren zorgwekkend, in verband waarmee in 2003 het voornemen is ontstaan tot reorganisatie. De destijds ontwikkelde plannen zijn echter niet gerealiseerd. Bij brief van 2 april 2004 heeft de bestuurder de OR verzocht advies te geven over het voorgenomen besluit tot beëindiging van de fabricage en verkoop van caravans. De OR heeft op 6 mei 2004 positief geadviseerd waarna het besluit is genomen de fabricage en verkoop van caravans te beëindigen.

Bij brief van 14 september 2004 wordt een financiële analyse aan de OR gezonden met het verzoek deze van commentaar te voorzien. Als saneringsmaatregel op korte termijn wordt hierin het ontslag van 15 Priwotco-medewerkers genoemd. Op de reactie van de OR van 28 oktober 2004, waarin de OR kenbaar maakt een gegronde heroverweging van de aantallen alsmede van de wijze waarop hieraan uitwerking wordt gegeven te verwachten, komt geen reactie van WOT, Top Craft en Priwotco. Eveneens op 28 oktober 2004 krijgt de OR een adviesaanvraag over het voorgenomen besluit tot het afstoten van de afdeling hout. Bij brief van 4 november 2004 heeft de bestuurder, onder verwijzing naar de financiële analyse, de OR aangekondigd dat bij het CWI ontslagvergunningen zullen worden gevraagd voor 14 Priwotco-medewerkers. In verband hiermee wordt de OR verzocht te adviseren over het voorgenomen besluit tot het aanvragen van deze ontslagvergunningen en over het sociaal beleid bij voorgenomen ontslag dat in die brief is omschreven. In de reactie van de OR op de adviesaanvraag wordt aangedrongen op overleg met de vakorganisaties over het sociaal beleid. Tevens verzoekt de OR het ontslagplan ter advisering voorgelegd te krijgen.

Op 16 november 2004 zendt de bestuurder de OR een adviesaanvraag over de voorgenomen saneringsmaatregelen op korte en lange termijn. Eveneens bij brief van 16 november 2004 verzoekt de bestuurder het CWI de gevraagde ontslagvergunningen voor de medewerkers te verlenen. Op 22 november 2004 laat de OR weten niet te kunnen aanvaarden dat de ontslagvergunningen reeds waren gevraagd. Bij brief van 29 november 2004 laat de OR weten dat inzake het voorgenomen besluit over het afstoten van de afdeling hout de bestuurder over eventuele maatregelen die gevolgen hebben voor de organisatie of het personeel van die afdeling afzonderlijk advies dient te vragen en adviseert, onder het stellen van een aantal voorwaarden, positief over dat voorgenomen besluit, waarna het besluit is genomen.

Het verzoek van de OR bij de Ondernemingskamer richt zich tegen het besluit tot het nemen van saneringsmaatregelen zoals op 16 november ter advisering zijn voorgelegd. De bestuurder heeft dit besluit genomen zonder dat het advies van de OR is afgewacht.

Ondernemingskamer:

Met het beoogde ontslag van de 14 Priwotco-medewerkers wordt ook op andere plaatsen in de onderneming ingegrepen dan enkel in de afdeling hout en de afdelingen betrokken bij fabricage en verkoop van caravans. Het verweer van de WOT cs dat het voorgenomen ontslag uitsluitend een logisch gevolg dan wel uitvoering van de besluiten om fabricage en verkoop van caravans te beëindigen en het sluiten van de afdeling hout, faalt dan ook. Het betoog dat de SW-medewerkers werkzaam bij de te sluiten afdelingen met voorrang herplaatst moesten worden waardoor Priwotco-medewerkers boventallig werden, maakt dat niet anders. De nadere besluitvorming die met deze ‘verdringing’ is gemoeid, is daarvoor te complex en omvangrijk van aard, met name in verband met de door de OR opgeworpen vraag of en zo ja in hoeverre SW-medewerkers in staat zijn bepaalde functies van Priwotco-medewerkers zonder meer over te nemen. Overigens is er ook geen sprake van een logisch gevolg dan wel uitvoering van de besluiten tot beëindiging fabricage en verkoop caravans en sluiting van de afdeling hout omdat het (eventuele) ontslag van Priwotco-medewerkers uitdrukkelijk buiten de besluitvorming rond de beëindiging van fabricage en verkoop van caravans en het afstoten van de afdeling hout werd gelaten. Daarbij is de OR met zoveel woorden toegezegd dat terzake van de organisatorische en personele gevolgen nog een adviesaanvraag zou volgen.

Het beoogde ontslag van de 14 Priwotco-medewerkers betreft derhalve een saneringsmaatregel die verder gaat dan hetgeen voortvloeit uit de besluiten om de afdeling fabricage en verkoop van caravans te beëindigen en om de afdeling hout af te stoten. Deze saneringsmaatregel maakt deel uit van de adviesvraag van 16 november 2004. Vastgesteld moet worden dat WOT cs het op 16 november 2004 gevraagde advies niet afgewacht hebben maar direct zijn overgegaan tot het aanvragen van de ontslagvergunningen, een uitvoeringshandeling waaruit moet worden afgeleid dat het besluit tot het nemen van saneringsmaatregelen op korte en lange termijn,althans voor zover betrekking hebbend op het ontslag van de bewuste Priwotco-medewerkers is genomen. Dat laatste leidt de OK tot de conclusie dat het bestreden besluit, voor zover al genomen, kennelijk onredelijk is.

De ondernemingskamer wijst het verzoek van de OR toe.

DATUM UITSPRAAK: 19 januari 2005
RECHTERLIJK COLLEGE: Ondernemingskamer
NAAM PARTIJEN: OR werkvoorzieningschap Oost Twente en Top Craft BV / 1. Werkvoorzieningschap Oost Twente, 2. Top Craft BV en 3. Priwotco BV
VINDPLAATS: Nnb

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht