Adviesrecht
Uitspraak: Adviesrecht haalbaarheidsonderzoek

Uitspraak: Adviesrecht haalbaarheidsonderzoek

Zijn onderhandelingen van de ondernemer in het kader van een haalbaarheidsonderzoek aan te merken als de uitvoering van een besluit? (JAR 1994/27)

Uitspraak Kantonrechter: Nee, de ondernemer heeft geen onomkeerbare afspraken gemaakt en is dus bezig te bevorderen dat het ondernemingsplan kan worden omgezet in een voorgenomen besluit. (art. 25 lid 1 WOR)

Situatie:

Eind september 1993 ontving de OR van de ondernemer een exemplaar van het ondernemingsplan SHB voor de jaren 1993 tot en met 1997. Dit plan bevat zeer ingrijpende maatregelen. Voorgesteld wordt o.m. de SHB drie vormen van arbeidsvoorziening te laten uitvoeren, de stichting om te vormen in een besloten vennootschap, waarin de huidige deelnemers aan de stichting een eigen vermogen bijeenbrengen. Ook zullen onderhandelingen met de minister van SoZaWe moeten worden gestart over de afkoopsom voor de AWF-bijdrage, die de minister wil afschaffen. In de aanbiedingsbrief bij dit plan wijst de ondernemer erop dat het nog maar een plan is en dat het de vraag is of het ook wordt uitgevoerd, omdat de uitvoering ervan van vijf met name genoemde voorwaarden afhankelijk is. Bij brief van 2 november 1993 schrijft de OR aan de ondernemer geconstateerd te hebben dat de ondernemer reeds uitvoering geeft aan het ondernemingsplan door te onderhandelen met onder meer kapitaalverschaffers voor de te vormen BV en met het Ministerie van SoZaWe over de beëindiging van de AWF-bijdrage. De OR verzoekt de ondernemer onmiddelijk hiermee te stoppen en eerst advies aan de OR te vragen over het ondernemingsplan. De ondernemer antwoordt per ommegaande en legt uit dat op dit moment geen sprake is van handelingen met een onomkeerbaar karakter. De OR richt zich daarop middels een zgn kantonrechters kort geding tot de kantonrechter.

Kantonrechter:

Er bestaat een spanning tussen lid 2 en lid 3 van art. 25 WOR: aan de ene kant dient de OR in een zo vroeg mogelijk stadium om advies te worden gevraagd en aan de andere kant moeten de beweegredenen en de gevolgen van dit besluit worden aangegeven. In dit geval snijdt de stelling van de OR dat, indien concrete uitvoeringsmaatregelen /voorbereidingsmaatregelen door de ondernemer worden genomen ter realisering van nieuw beleid (zonder dat al van een voorgenomen besluit ex art. 25 WOR sprake is), feitelijk sprake is van een voorgenomen besluit, geen hout. Dit komt omdat gebleken is dat tijdens de door de ondernemer reeds gevoerde besprekingen geen onomkeerbare afspraken zijn gemaakt. De ondernemer is kennelijk bezig te bevorderen dat het beleidsvoornemen (ondernemingsplan) kan worden getransformeerd tot een voorgenomen besluit met handen en voeten, zodat bij het vragen van formeel advies aan de OR daadwerkelijk aan hem een overzicht kan worden verstrekt van zowel de beweegredenen voor het besluit als van de gevolgen die het besluit zal hebben voor de in de onderneming werkzame personen en de naar aanleiding daarvan voorgenomen maatregelen. De OR heeft bovendien in het voortraject advies mogen inwinnen van drie adviseurs en een groot aantal vragen gesteld aan de ondernemer die heeft toegezegd daarop te zullen antwoorden vóór de formele adviesaanvraag. De OR wordt dus niet bij voorbaat tekort gedaan in de mogelijke uitoefening van het formele adviesrecht. Wijst verzoek af.

DATUM UITSPRAAK: 27 december 1993
RECHTERLIJK COLLEGE: Kantonrechter Rotterdam
NAAM PARTIJEN: Ondernemingsraad Stichting Samenwerkende Havenbedrijven Rotterdam / Stichting Samenwerkende Havenbedrijven Rotterdam(SHB)
VINDPLAATS: JAR 1994/27.

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht