Instemmingsrecht
Uitspraak: Pilot met Arbo-gevolgen

Uitspraak: Pilot met Arbo-gevolgen

Is het houden van een pilot over toezicht op de speeltafels instemmingsplichtig, omdat de pilot gevolgen kan hebben voor de arbeidsomstandigheden? (JAR 2003/18)

Uitspraak Hoge Raad: Nee, blijkens de wetsgeschiedenis moet bij beantwoording van deze vraag, het gaan om het doel van de regeling. En bij dit besluit gaat het niet om het regelen van de arbeidsomstandigheden.

Situatie:

In november 1999 heeft Holland Casino aangekondigd van plan te zijn onder andere de Pilot Lopend Toezicht in de vestigingen Scheveningen en Amsterdam te starten. De Pilot Lopend Toezicht houdt in dat per 1 januari 2000 gedurende zes maanden het toezicht op de speeltafels in de vestigingen wordt teruggebracht van 1 toezichthouder c.q. tafelleider per twee speeltafels naar 1 tafelleider per (tenminste) vier speeltafels. De ondernemingsraad is niet gevraagd met deze pilot in te stemmen. In kort geding vorderde de OR dat het Holland Casino wordt verboden uitvoering te geven aan onder andere dit besluit totdat aan de wettelijke instemmingsvereisten van de ondernemingsraaduit hoofde van de WOR is voldaan. 
De president wijst de vordering toe. (22 februari 2000 / Vindplaats:ROR 2000/21)

In hoger beroep stelt Holland Casino dat het voorgenomen besluit geen regeling is als bedoeld in artikel 27 lid 1 WOR. Het Hof oordeelt dat de Pilot niet kan worden aangemerkt als een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden (of het ziekteverzuim) als bedoeld in artikel 27 lid 1 sub d WOR. (15 maart 2001 Vindplaats: ROR 2001/25). Het Hof veroordeelt de OR in de kosten van de procedure. Tegen het arrest van het Hof heeft de OR cassatie ingesteld.

Hoge Raad: 

Blijkens de wetsgeschiedenis strekt artikel 27 lid 1 sub d WOR ertoe medezeggenschap van werknemers omtrent arbeidsomstandighedenbeleid van de werkgever zeker te stellen. Gelet op die achtergrond en de formulering van artikel 27 lid 1 onder d (‘een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden (of ziekteverzuim’)) en in aanmerking genomen dat de opsomming in artikel 27 lid 1 WOR uitputtend bedoeld is, moet worden aangenomen dat het bij beantwoording van de vraag of er sprake is van een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden het gaat om het doel van de regeling. 

Ten aanzien van de andere in artikel 27 lid 1 WOR genoemde onderwerpen moet worden aangenomen dat het daarbij gaat om regelingen die bedoeld zijn om de daar genoemde onderwerpen te regelen. Met de term ‘voorzieningen’ in artikel 27 lid 1 onder I WOR wordt blijkens de wetsgeschiedenis gedoeldop personenvolg- en informatiesystemen. Daarmee wordt niet bedoeld louter menselijk toezicht zonder dat daarbij gebruikt gemaakt wordt van enig technisch of administratief hulpmiddel. 

In deze zin kan de Pilot kan niet worden beschouwd als een voorziening die valt onder artikel 27 lid 1 sub l WOR. De omstandigheid dat de tafelleider de croupier beoordeelt en dat vermindering van toezicht effect kan hebben op de personeelsbeoordeling betreft slechts een (mogelijk) gevolg van de Pilot. Mede gelet op het limitatieve karakter van de gegeven opsomming in artikel 27 lid 1 en dat het daarbij gaat om regelingen die bedoeld zijn om die onderwerpen te regelen, kan het gevolg er niet toe leiden dat toch instemming is vereist. De ondernemer heeft echter (zoals blijkt uit het verslag van de overlegvergadering van 21 december 1999) uitdrukkelijk bevestigd dat ‘het uiteindelijk genomen besluit uiteraard onderhevig is aan advies- en instemmingsplicht’. Wanneer de ondernemer zich zonder voorbehoud en uitdrukkelijk op het standpunt heeft gesteld dat het onderwerp van de proef en het daaropvolgende besluit valt onder de in art. 27 lid 1 WOR gegeven opsomming, dan kan de ondernemer zich later niet meer beroepenop het ontbreken van instemmingsrecht. Het hof moet onderzoeken of de OR instemmingsrecht op grond van een reeds door de ondernemer gedane toezegging.

Ten aanzien van de proceskostenveroordeling van de OR geldt dat de regeling van artikel 22a WOR, welke inhoudt dat een ondernemingsraad niet in proceskosten kan worden veroordeeld, niet alleen de in de WOR genoemde procedures omvat. Deze regeling omvat alle procedures die tussen ondernemer en ondernemingsraad worden gevoerd. De OR kan niet in de kosten van het geding worden veroordeeld. 
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Hof.

DATUM UITSPRAAK: 20 december 2002 
RECHTERLIJK COLLEGE: Hoge Raad 
NAAM PARTIJEN: OR Nationale Stichting ter Exploitatie van Casinospelen in Nederland / Nationale Stichting ter Exploitatie van Casinospelen in Nederland 
VINDPLAATS: JAR 2003/18

Advokatenkollektief Utrecht

Deel dit bericht