Nieuws

Governancecode zorg 2022

zorg coronacrisis medezeggenschap
03 maart 2022

Governancecode Zorg 2022

De governancecode zorg 2022 is geactualiseerd. De update is nodig door het uitgebrachte advies van de Innovatie- en adviescommissie (IAC) van de brancheorganisaties in de zorg (Boz) en door nieuwe wetgeving. De IAC adviseert een grotere inbreng van zorgprofessionals op hun dagelijkse werk en bij strategische beleidskeuzes. De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) regelt striktere eisen voor bestuurders en toezichthouders. Dit ter voorkoming van belangenverstrengeling. Beide onderwerpen zijn in de code 2022 verwerkt.

Adviesrecht en voordrachtsrecht OR bij benoeming RvT-leden

Het hoofdstuk ‘medezeggenschap’ verwijst naar OR-rechten in de cao (6.3 zie kader). Bijvoorbeeld adviesrecht van de OR in de cao ziekenhuizen, VVT, GGZ en Gehandicaptenzorg. Andere cao’s regelen voor de OR een verdergaand recht, namelijk het voordrachtsrecht (cao Jeugdzorg, Kinderopvang, Sociaal Werk). Met het voordrachtsrecht kan de OR zelf een kandidaat werven voor de RvT en voordragen voor benoeming op een vrijgekomen RvT-zetel. Dit wordt de “voordrachtscommissaris” genoemd. De code noemt een “gevaar” en een “voordeel” van een RvT-lid dat is voorgedragen door een medezeggenschapsorgaan.

Hoe (on)afhankelijk is de voordrachtscommissaris?

Een RvT-lid dat is voorgedragen door de OR brengt specifieke kennis en ervaring in (voordeel). Maar soms zijn er vraagtekens bij diens onafhankelijkheid (gevaar van belangenbehartiging).  Anderzijds, in hoeverre zijn de overige RvT-leden volledig onafhankelijk? Nieuwe leden worden vaak geworven uit de netwerken van RvT-leden en bestuurders. En kan er een ons-kent-ons-cultuur ontstaan. Dat staat het (door de code gewenste) kritisch vermogen en onafhankelijk functioneren van de RvT-leden naar elkaar in de weg. In de praktijk blijkt dat toezichthouders die op voordracht van de OR in de Raad zitten er veelal alles aan doen om de schijn van partijdigheid tegen te gaan en zonder enige last en ruggenspraak hun lidmaatschap vervullen. Voor de OR zijn zij meestal wel de eerste ingang tot de RvT.

Tips voor de OR met het cao-adviesrecht en cao-voordrachtsrecht

  • Verdiep je in de governancecode zorg;
  • Laat je adviesrecht of voordrachtsrecht niet verloren gaan;
  • Maak afspraken met de RvB en RvT over procedures bij (her)benoemingen en tijdige betrokkenheid van de OR;
  • Wees op de hoogte van het rooster van aftreden van de RvT;
  • Wees op de hoogte van de profielen van de RvT-leden;
  • Stel vast welke aandachtsgebieden of specifieke kennis en ervaring volgens de OR (extra) nodig is;
  • Stel ook zelf een profiel op voor de (her)benoeming en stem dat af met de bestuurder en/of de RvT;
  • Bij het voordragen van een nieuw lid: bespreek elkaars rol en wederzijdse verwachtingen;
  • Laat je bijstaan door een externe adviseur.

Wat kan de OR verder met de governancecode Zorg?

Andere onderwerpen in de code die voor de OR interessant zijn (2.4, 3.1.2 en 3.1.3 zie kader):

  • De RvB/RvT organiseert en zoekt “tegenspraak” (2.4).
    De OR (of PVT) is een van de partijen die tegenspraak kan bieden en het beleid kritisch kan volgen.
  • Directe contacten tussen de RvT en de OR moeten mogelijk zijn, ook op initiatief van de OR en zonder aanwezigheid van de RvB (3.1.3).
  • Afspraken tussen OR en RvB over de onderlinge samenwerking en het overleg (3.1.2).
    Deze richtlijn is eigenlijk dubbelop, want het staat al in de WOR. De WOR regelt bij een advies- of instemmingsaanvraag echter géén te hanteren reactie termijnen. Dat is bedoeld om OR en bestuurder de ruimte te geven om per belangrijk organisatiebesluit met elkaar te overleggen hoeveel tijd nodig is. Voor de ene aanvraag is een termijn van een tot enkele weken genoeg en voor een andere aanvraag kunnen enkele maanden nodig zijn. De OR is niet verplicht hierover met de RvB een standaard afspraak te maken. Ook faciliteiten en kosten in het kader van het OR-werk die voor rekening komen voor de organisatie regelt de WOR en zijn aparte afspraken niet nodig om dit te waarborgen.

Kader Governancecode Zorg 2022

6.3. Voordrachtsrecht

De cliëntenraad heeft op basis van de Wmcz het recht om een persoon voor te dragen ter benoeming als lid van de raad van toezicht. De ondernemingsraad heeft op basis van de WOR geen voordrachtsrecht. In de cao’s van ziekenhuizen, VVT, GGZ en gehandicaptenzorg is geregeld dat OR adviesrecht heeft bij elke benoeming van een lid van de raad van toezicht. Voordrachtsrechten kunnen soms leiden tot belangenbehartiging in de raad van toezicht en zo het onafhankelijk functioneren van de raad in gevaar brengen. Aan de andere kant is het van waarde dat een voorgedragen rvt-lid juist specifieke invalshoeken of deskundigheid kan inbrengen.

2.4 Inspraak, samenspraak en tegenspraak

Deze code zet in op het borgen van de checks and balances binnen de zorgorganisatie. Daarbij hoort het organiseren en benutten van tegenspraak. De verwachting is dat tegenspraak bijdraagt aan de kwaliteit van besluiten. Dan gaat het bijvoorbeeld om het actief op zoek gaan naar eventuele bezwaren, de zoektocht naar onontgonnen alternatieven of nog niet gewogen belangen.

3.1.2 De raad van bestuur maakt met ieder medezeggenschapsorgaan afspraken over de wijze waarop met elkaar wordt samengewerkt, de procedures voor overleg en, advies of instemming en de daarbij te hanteren termijnen. De afspraken waarborgen dat de kosten die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de werkzaamheden van de Cliëntenraad of OR, zoals de beschikbaarheid van vergaderruimte, ondersteuning en, scholing etc., door de zorgorganisatie worden vergoed.

3.1.3. De raad van toezicht maakt met de raad van bestuur afspraken over de wijze van omgang van de raad van toezicht met de medezeggenschapsorganen en (vertegenwoordigers van) professionals. Daarbij kan de raad van toezicht buiten aanwezigheid (maar niet buiten medeweten) van de raad van bestuur contact hebben met de medezeggenschapsorganen en (vertegenwoordigers van) professionals voor zover dat voor de uitoefening van de toezichtfunctie wenselijk is of voor zover deze behoefte is kenbaar gemaakt door de medezeggenschapsorganen of (vertegenwoordigers van) professionals.

Deel dit bericht