Blog

Ajax moet zich meer richten op coöperatie dan op selectie om de competitie te winnen

12 februari 2019 / Emiel Janssen

Peter Henk Steenhuis

BUBBELONIË We trekken ons terug in onze veilige bubbel. Verliezen we het vermogen elkaar te begrijpen en te bereiken? In een serie columns reist journalist Peter Henk Steenhuis langs de grenzen van onze taal op zoek naar de grenzen van onze werelden. Vandaag: selectie en coöperatie.

Ajax verloor zaterdagavond opnieuw, nu van de Godenzonen uit Almelo. Aanvoerder de Matthijs de Ligt noemde de wedstrijd een ‘schandalige vertoning’. Dat is eerlijk, zoals De Ligt meestal eerlijk antwoordt op lastige vragen. Daarom is het aardig langer naar het grootste talent van Europa te luisteren. Voor de winterstop ‘zat iedereen in een flow’. “Daarna moet je bij elkaar komen en gelijk weer afspreken wat je moet doen, en niet doen.” Als het gesprek met De Ligt daarna over ‘de onzekerheid’ gaat die in de ploeg is geslopen, zegt hij: “Wij zijn ook mensen”. En als die mensen het “vertrouwen” missen, loopt het niet meer.

Wat opvalt, is dat De Ligt het heeft over het falen van het collectief, niet zozeer over individuele fouten. Dat deed trainer Ten Hag ook: na de zeperd tegen Feyenoord twee weken geleden sprak hij over het verzaken van taken. Elk individu heeft een taak binnen het collectief. Daardoor staat Ajax nu in de competitie ver achter PSV – een ploeg die geroemd wordt om zijn collectief.

Ajax heeft betere spelers, horen we jaar in jaar uit. Maar het collectief faalt toch ook wel jaar in jaar uit. Zou Ajax zich te veel richten op het individu en daar ook vanaf de jeugd op selecteren?

Jaren geleden stelde toenmalig Denker des Vaderlands, René Gude, al in deze krant dat we ‘doorgeschoten individualisten’ geworden zijn.  Gude pleitte voor ‘eerherstel voor het collectief’. “Competitie,” zo zei Gude, “is inmiddels onze eerste natuur, coöperatie is naar de tweede plaats teruggezakt.”

Om deze competitie in Nederland te winnen, selecteren we van jongs af aan: voetballers, hockeyers worden vanaf zes, zeven jaar uit een team – een collectief – geplukt omdat ze individueel ergens in uitblinken, meestal een technisch iets, soms omdat ze fysiek sterk zijn, eigenlijk wat voorlopen op leeftijdgenoten. Dat ze uitgekozen worden omdat ze door coöperatie met anderen het collectief sterker maken, heb ik nog nooit gehoord. Het woord coöperatie is ontleend aan het Latijn, het is een afleiding van het werkwoord cooperārī ‘samenwerken’. Waar ging de kritiek van De Ligt en Ten Hag ook al weer over?

Weghalen of uitkiezen

In Nederland selecteren we kinderen eerst binnen hun eigen club; rond een jaar of zes kwam mijn jongste zoon in zijn eerste selectieteam terecht. Later staan er mannen in gewatteerde jassen met blocnotes en potloden in de hand langs de lijn om de getalenteerden uit hun vertrouwde omgeving weg te halen in de hoop op individueel succes bij een professionele club – selectie komt van het Latijnse werkwoord sēligere dat ‘weghalen, uitkiezen’ betekent.

Toch lijkt er nu een omslag in dit denken te komen: in navolging van de hockeybond maakte de KNVB deze week bekend dat jonge voetballers misschien wel meer plezier in hun sport beleven, en hun talenten beter ontwikkelen als ze tot ongeveer hun twaalfde jaar allemaal evenveel aandacht krijgen. Bovendien brengt de selectie veel stress met zich mee. De voetbalbond zet nu dus zelf ook vraagtekens bij de selectiecultuur.

Zouden we hier een kentering van de tijdgeest op het spoor zijn? In de woorden van Erasmusprijswinnaar Jürgen Habermas, zijn wij ‘gekoloniseerd door liberaal individualisme’ waarin marktwerking, concurrentie, stress, selectie kernbegrippen en burn-out een epidemie is geworden.

Teleurstellingsfabrieken

Volgens Gude is onze competitiedrang daar mede debet aan: “De individuele winnaar neemt alles en is gelukkig, maar de verliezer – vaak dezelfde persoon, maar iets later – heeft niets en wordt treurig.” Van de 3600 kinderen die nu bij een betaald-voetbalopleiding spelen, wordt ongeveer 1 op de 50 uiteindelijk profvoetballer. De rest keert terug naar hun club of stopt met voetballen. De jeugdopleidingen zijn “teleurstellingenfabrieken”.

Hoeveel teleurstellingenfabrieken hebben we met elkaar opgericht? Onze jeugd en onze jongeren worden langzamerhand erg onzeker of ze wel goed genoeg zijn: driekwart van hen heeft last van stress en burn-out klachten.  Niet verwonderlijk als er vanaf je jeugd geselecteerd wordt op individuele excellentie. Misschien wordt het tijd om te kijken wat we samen kunnen bereiken. Als coöperatie weer onze eerste natuur wordt, doet Ajax het in de competitie waarschijnlijk ook weer wat beter.

Onder de titel ‘Welkom in Bubbelonië’ neemt Peter Henk Steenhuis wekelijks woorden onder de loep. Lees de eerdere columns terug op www.bubbelonie.nl en volg @bubbelonie op Twitter.

Op 4 maart organiseert Welkom in Bubbelonië een dag over taal in het onderwijs. Lees er meer over op deze website.

Deel dit bericht